Op 9 november 2021 ondertekenden België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag. De tekst moet nog door het parlement geloodst worden. In een dubbelbelastingverdrag wordt afgesproken welk land, welke inkomsten mag belasten. Het oude verdrag tussen België en Frankrijk dateert al van 1964. Buiten een grondige hernummering zal het nieuwe verdrag geen aardverschuiving veroorzaken, maar het is toch even opletten voor wat wél zal veranderen.
183 dagen
Een vaste regel, die we in alle dubbelbelastingverdragen terugvinden, is de
zogenaamde 183-dagenregel. Als een Belg in Frankrijk loon verwerft, dan is die
Belgische werknemer in principe in België – zijn woonstaat – belastbaar. Als de
Belg daarentegen ook fysiek in Frankrijk verblijft, zal Frankrijk (de werkstaat)
hem mogen belasten.
Op die regel bestaat een uitzondering – wat dus betekent dat de Belgische
werknemer in België zal belast worden – als drie voorwaarden gelijktijdig
vervuld zijn:
1. De Belg verblijft minder dan 183 dagen in Frankrijk.
2.
Het loon komt niet ten laste van een Franse werkgever.
3. Het loon komt niet
ten laste van een vaste inrichting in Frankrijk.
De logica die hierachter zit is vrij eenvoudig: als het loon een aftrekbare kost
vormt in Frankrijk, dan wil Frankrijk het loon ook als een inkomen kunnen
belasten.
Bovenstaande regel geldt op dezelfde manier voor de Fransman die
in België komt werken.
Wat is nieuw?
De 183-dagenregel (puntje 1 hierboven) bestond ook al onder het oude verdrag,
maar de 183 dagen worden nu anders berekend: onder het oude verdrag moest je de
berekening per kalenderjaar maken. Als iemand van 2 juli 2020 tot 29 juni 2021
in Frankrijk verbleef, voldeed die onder het oude verdrag aan de minder dan
183-dagenregel. Onder het nieuwe verdrag moet u de periode beoordelen per
tijdvak van 12 maanden. Als een werknemer dus op 2 juli 2020 naar Frankrijk
vertrekt, dan wordt op 2 juli 2021 bekeken hoeveel dagen hij er in totaal
verbleven heeft.
In andere, recente dubbelbelastingverdragen wordt de
183-dagenregel zo al toegepast.
Dat het loon betaald wordt door, of namens, een werkgever die géén inwoner is
van de werkstaat (puntje 2 hierboven), is ook nieuw. Vroeger stond er namelijk
dat het loon ten laste moest zijn van een ‘Belgische werkgever’. Nu volstaat het
dat die werkgever geen Franse werkgever is. Bij een Belg die in Frankrijk werkt
voor een Duitse werkgever speelde de 183-dagenregel niet, maar onder het nieuwe
verdrag is dat wél het geval.
De derde regel – het loon mag niet ten laste komen van een vaste inrichting van
de werkgever in de werkstaat – werd gewoon overgenomen uit het vorige
dubbelbelastingverdrag.
Inwerkingtreding
Het parlementaire proces van een belastingverdrag is moeilijk te voorspellen. In
België moeten naast de federale overheid immers ook de gewesten hun goedkeuring
geven. Meestal ligt dit soort van documenten ook niet bovenop de stapel van het
wetgevend werk. Maar soms, als het heel erg belangrijk is, kan het toch snel
gaan. Algemeen verwachten we dat het nieuwe dubbelbelastingverdrag met Frankrijk
in werking zal treden op 1 januari 2023.
Dat geeft u als werkgever nog wat tijd om te kijken of het verdrag een impact
heeft op uw werknemers. Denk maar aan de Belg die tijdelijk voor een Duitse
werkgever in Frankrijk werkt: die kan nu plots wél de 183-dagen regel genieten,
waar dat voorheen niet kon. Er moet zeker gekeken en berekend worden of het
zinvol is om de belastingheffing naar België toe te trekken door de voorwaarden
van de nieuwe 183-dagenregel toe te passen, dan wel of het juist interessanter
is om te vermijden dat België belastingbevoegd wordt.
Ten slotte mogen we ook niet uit het oog verliezen dat het bovenstaande ook
geldt voor Franse inwoners die in België komen werken. Zeker voor
vennootschapsgroepen die vestigingen hebben in beide landen en die hun personeel
regelmatig de grens laten oversteken, moet het nieuwe verdrag grondig bekeken
worden.