Elk jaar worden de tarieven van de notionele intrestaftrek (NIA) – d.i. de aftrek voor risicokapitaal – vastgelegd. In het Belgisch Staatsblad van 19 september 2022 werd het basistarief voor aanslagjaar 2023 bekend gemaakt. Dat basistarief is weerom negatief, maar …

Stijging tegenover aanslagjaar 2022

De notionele interestaftrek is een fictieve interestaftrek voor vennootschappen
met veel eigen vermogen. Het basistarief van de aftrek bedroeg -0,160% voor
aanslagjaar 2022.
Dat tarief stijgt voor aanslagjaar 2023 naar -0,057%. Dat
percentage is nog steeds negatief en dus bedraagt het uiteindelijke tarief van
de notionele interestaftrek nog steeds 0%.

Kmo’s genieten wel een verhoogd tarief, nl. 0,5% boven het basistarief. Dat is
0,443% voor aanslagjaar 2023.

Berekening van het NIA-tarief 

Het tarief van de notionele interestaftrek wordt berekend op basis van het
gemiddelde van de referte-indexen J met betrekking tot de lineaire obligaties
(OLO’s) op 10 jaar van juli, augustus en september van het voorlaatste jaar vóór
het aanslagjaar. Voor aanslagjaar 2023 was dat dus het gemiddelde van de
referte-indexen van juli 2021 (0,061), augustus 2021 (-0,121) en september 2021
(-0,110), wat een gemiddelde geeft -0,057%.

Kleine vennootschappen (kmo’s) krijgen een extraatje van 0,5 %, zodat die voor
aanslagjaar 2023 een aftrek van 0,443% kunnen toepassen. Voor deze regel wordt
een kleine vennootschap gedefinieerd als een vennootschap met
rechtspersoonlijkheid die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar
niet meer dan één van volgende criteria overschrijdt (art. 1:24, §§1-6 van
het WVV – Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen): 

jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 

jaaromzet, exclusief btw: 9 miljoen euro 

balanstotaal: 4,5 miljoen euro.

Maxima

Het nieuwe tarief mag nooit meer dan 1 procentpunt afwijken van het tarief van
het vorige aanslagjaar.
Het percentage mag ook nooit hoger zijn dan 3 % voor
grote vennootschappen en 3,5  % voor kmo’s.
Geen van beide drempels werd dit
jaar overschreden. 

Berekening van het risicokapitaal

Om de basis van de notionele interestaftrek te bepalen, moet u kijken naar de
gemiddelde toename van het eigen vermogen over een termijn van vijf jaar. Dat
wil zeggen: het risicokapitaal bedraagt 1/5e van het positieve verschil tussen
het gecorrigeerde eigen vermogen aan het einde van het boekjaar zelf en het
gecorrigeerde eigen vermogen van het 5e voorafgaande boekjaar.

Begrotingsconclaaf

Eén van de maatregelen die de regering nam om het begrotingstekort te
financieren, is de notionele interestaftrek afschaffen voor de grote
ondernemingen
. Maar vermits de aftrek door de lage rente op obligaties de
afgelopen jaren al ‘0’ bedroeg, lijkt de impact van die maatregel beperkt te zijn.

Nu de rente op de overheidsobligaties echter weer begint op te lopen, zit er wel
degelijk een besparing in voor de overheid.

Anderzijds is het merkwaardig vast te stellen dat bij de invoering van de
Belgische notionele interestaftrek, de maatregel met applaus werd onthaald. En
net op het moment dat ook de Europese Unie de notionele interestaftrek als een
economisch zinvolle maatregel gaat beschouwen, schaft België die maatregel deels
weer af.

Andere berichten